‘Voordat ik aan een ontwerp begin, neem ik het landschap goed in me op. Door geconcentreerd te kijken naar de omgeving, ontstaan belangrijke inzichten. Wat is het DNA van een terrein? Wat zijn de sterke punten en welke onderdelen komen niet goed tot hun recht? In mijn werk maak ik gebruik van de aanwezige ingrediënten. Een woonwijk bij een bos moet de bewoners ook echt het gevoel geven dat ze pal naast of in dat bos wonen. Door straten en erfafscheidingen strategisch te plaatsen, houd je vanuit iedere plek in de wijk contact met de natuur. Ik streef naar een natuurlijke overgang tussen het bestaande landschap en mijn ontwerpen. Het mag niet zo zijn dat mensen denken: wat is hier voor raars gebeurd?
De ingrediënten zijn iedere keer anders, dus ik maak geen standaard werk. Mijn ontwerpen laten zich niet kopiëren. Het Kasteelplein Stapelen in Boxtel bijvoorbeeld was een mooie plek, met authentieke bestrating, maar het plein oogde rommelig. Mijn doel is dan om de ruis weg te halen en rust te creëren. Dat heb ik bereikt door de oorspronkelijke beplanting te verwijderen en een labyrint van lage hagen te creëren voorzien van een natuurstenen rand. Kinderen vinden het leuk om er te spelen en het centrum van het labyrint te zoeken. Ik voeg ook altijd graag een verborgen laag toe aan mijn ontwerpen. Het patroon van het stenen vloerlabyrint is geïnspireerd op in de Kathedraal van Chartres in Frankrijk. De paters van Stapelen reageerden vol enthousiasme op deze symbolische verwijzing.
Mooier en rustiger Vroeger wilde ik bloemist worden. Ik volgde de Middelbare Tuinbouwschool en haalde mijn diploma Vakbekwaam Hovenier. Eigenlijk ben ik nu ook een bloemist, alleen werk ik met een heel groot boeket dat bestaat uit gebouwen, bomen en planten. Om meer toekomstmogelijkheden te creëren, volgde ik de opleiding tot landschapsarchitect. Ik ben altijd bezig met de vraag: hoe kan een landschap mooier en rustiger. Als mensen gebruikmaken van mijn ontwerpen geeft mij dat zo veel voldoening. Ik wil mensen helpen om hun wensen te laten uitkomen.’
‘Ik ben een bloemist die werkt met een heel groot boeket’
Tijdens mijn werk als ‘landschapper’ bij een bureau merkte ik dat ik de samenwerking met architecten interessant vond. Ik werd steeds vaker gevraagd om mee te denken en besloot aan de Academie voor Bouwkunst een studie tot stedenbouwkundige te volgen zodat ik me ook kon richten op bijvoorbeeld wijkontwikkeling en dorpsuitbreiding. De combinatie landschapsarchitect en stedenbouwkundige kwam in die tijd nog niet veel voor. Het voordeel is dat je als stedenbouwkundige vooraan in de keten zit van een project. Vroeger heerste het idee dat landschapsarchitectuur alleen gaat over het plaatsen van planten en bomen. Ik wilde meer zeggenschap over het totaalontwerp van het landschap.
Mensen overtuigen Inmiddels run ik al bijna twintig jaar mijn eigen bureau en ontwikkel ik plannen voor steden, parken, pleinen en tuinen. Bij het ontwerpen en uitvoeren werk ik samen met ecologen, biologen, waterdeskundigen en technici. Dit levert soms complexe situaties op maar het leidt wel tot kwalitatief betere gebieden. Ook het schakelen met aannemers en hoveniers is belangrijk: je moet het samen doen. Duurzaamheid speelt ook een steeds grotere rol, terwijl ik daar onbewust altijd al mee bezig was. Mijn hart ligt bij het landschap.
Mensen overtuigen van mijn ideeën gaat niet altijd zonder slag of stoot. Voor een woonwijk in Eindhoven die aan een grote watergang ligt, ben ik uitgegaan van een groene wijk die niet te ‘stenig’ mocht worden. Mijn ontwerp omvat een vallei met woningen die aan het water liggen. Ik heb, samen met de architect, gekozen voor relatief kleine achtertuinen, maar enorme ramen in de woningen. Beide keuzes heb ik gemaakt om het weidse uitzicht optimaal te benutten. Tijdens het overleg met de bewoners maak ik duidelijk wat de karakteristieken van het landschap zijn en zo kan ik ze ervan overtuigen dat de keuzes die ik maak logisch zijn. Voordat een project gereed is, moet ik heel veel tekenen en veel overleggen. Dat is wel eens pittig maar ik heb zo veel passie voor mijn vak. Ik word er heel erg blij van.’
Wie is Edith?
Talent: Buitenruimtes ontwerpen en inrichten, waarbij de kwaliteiten van een plek beleefbaar worden voor een gebruiker.
Eet graag? Spaghetti of vegetarische gerechten. Voorwaarde is dat de maaltijd is bereid met verse producten.
Favoriete aankoop? Mijn telefoon. De vele functies die tegenwoordig op een telefoon zitten, zoals de camerafunctie, zijn erg handig voor mijn werk.
Mooiste plek waar je ooit bent geweest? De Preikestolen, in Noorwegen. Dat is een klif die 600 meter boven de Lysefjord uitsteekt. Een flinke klim, maar een waanzinnig uitzicht.
Beste jeugdherinnering? Rijden op mijn step. Dan had ik mooi overzicht en kon ik lekker rondkijken.
Waar word je boos om? Als mensen iets verkeerd neerzetten in het landschap, waardoor er landschap verloren gaat en zéker als er iets fout wordt geplaatst bij de uitvoering van mijn eigen ontwerp.
Beste eigenschap? Ik kan goed kijken en de omgeving in me opnemen.
Favoriete boek? Boeken en magazines met werk van andere ontwerpers, die mij inspireren. Deze nieuwe ideeën vertaal in dan in mijn ontwerpen.
Favoriete restaurant? Op dit moment Osteria Ciao Bella in Vught.
Mooiste dag? Geboorte van mijn kinderen.
Ontspant door? Yoga, wandelen, tennis en en buiten zijn.
Tips van Edith:
1. Kijk niet alleen naar de inrichting van je eigen tuin maar ook naar de wijk waarin je woont. Past de tuin in het totaalplaatje?
2. Zie je huis en je tuin als één geheel, binnen is buiten en buiten is binnen, zo ontstaat een mooie samenhang.
Meer weten over Edith? Kijk op https://www.edithkolkman.nl/
Opmerkingen